De moderne auto is een computer waar je zelf in zit. Momenteel rijden er ruim 100 miljoen auto’s op de wereld rond die zijn verbonden met het internet. Naar verwachting zijn in 2023 nagenoeg alle nieuwe auto’s in de Europese Unie “connected”. Dat betekent niet alleen dat ze een actieve internetverbinding hebben, maar ook dat gegevens uit de auto continu worden doorgestuurd naar producent.
Moderne auto’s produceren per uur zo’n 25 gigabyte aan data, omgerekend zo’n 125.000 e-mails. Dat zijn gegevens over de auto zelf, maar ook over de bestuurder. Je gewicht bijvoorbeeld, dankzij sensoren in de gordelspanners. Of je moe bent, dankzij camera’s bij de achteruitkijkspiegel die kunnen zien hoe vaak je met je ogen knippert. Of je goed oplet, door ‘lane detection’ die ingrijpt als je niet netjes binnen de lijnen rijdt. De auto weet hoe hoog je hartslag is, dankzij sensoren in de bestuurdersstoel. Hoe hard je rijdt en of je veel remt. Of je in de stad rijdt, of op het platteland. Als je de radio gebruikt, weet hij je muziekvoorkeur, naar welke praatprogramma’s je luistert en zodoende misschien ook wel je politieke voorkeur. Via het gps-systeem weet een auto continu waar je bent, wat je huisadres is, je werkadres, je dagelijkse patronen, de benzinestations waar je stopt, of je bij Shell of Texaco tankt, of je vaak bij de McDonalds eet of een ander wegrestaurant. Via een ingeplugde telefoon weet de auto ook wie je contacten zijn, je collega’s, je vrienden, familie. De auto kan je emails en tekstberichten lezen. De nieuwste modellen synchroniseren automatisch met je smartphone, ook zonder in te pluggen.
Namen en mailadressen zijn maar een minuscuul deel van wat auto’s aan data verzamelen.
Otonomo, een in Israël gevestigd bedrijf, heeft een databestand van 20 miljoen autobestuurders die dagelijks 2,6 miljard datapunten naar het bedrijf versturen. Het ontvangt de data van autofabrikanten als Mercedes, Fiat en BMW, maar ook van verhuurbedrijf Avis. In totaal staan er zo’n 250 verschillende datapunten in de database. Informatie die vertelt wat de staat van de auto is, wie er achter het stuur zit, naar welke muziek die luistert, of de bijrijdersstoel bezet is en of er al dan niet stevig wordt doorgereden. Die data komt geanonimiseerd het bedrijf binnen. Een simpel proefabonnement is voor iedereen toegankelijk.
De privacy van automobilisten is volgens de bedrijven niet in het geding omdat de data worden geanonimiseerd. Maar door deze autodata die in keurige excelsheets worden aangeleverd, te combineren met bijvoorbeeld de gegevens uit het kadaster, achterhaal je in een handomdraai waar de eigenaar van de auto woont, waar die bijvoorbeeld zijn boodschappen doet en of er iemand op de passagiersstoel zat.
Autofabrikanten gebruiken online platforms als Otonomo, Caruso, Smartcar en High Mobility om de data door te verkopen aan bijvoorbeeld overheden, verzekeringsbedrijven, marketingbedrijven en andere ondernemingen. Het is een miljoenenindustrie die razendsnel groeit. Otonomo haalde onlangs nog 82 miljoen dollar binnen van investeerders. ‘We verzamelen nu 2,6 miljard datapunten per dag van meer dan 20 miljoen auto’s (wereldwijd, red.)’, zegt het bedrijf.
Klanten van autodata kunnen elk gewenst gebied selecteren, van complete landen tot op straatniveau. Bij de verkopers komen we lange lijsten tegen van de informatie die wordt verkocht. Vaak gaat het om gegevens over de auto: hoeveel brandstof er is, of de binnenverlichting aan staat, wat de exacte locatie en bestemming van het voertuig is. Maar de verkopende platforms geven ook aan dat ze de alertheid van een bestuurder of diens hartslag kunnen registreren en verkopen.
We drukken veel te makkelijk op “ok” op zo’n scherm’, zegt Carlo van de Weijer, hoogleraar smart mobility aan de Technische Universiteit Eindhoven. Achter het stuurwiel zijn we te naïef, vindt hij. ‘Zo’n auto weet gewoon alles van je, wat je doet, waar je werkt, waar je minnaar of minnares woont. Daar wordt wat mij betreft veel te makkelijk overheen gestapt. Mijn laatste auto had geloof ik wel drie verschillende simkaarten, een van de verzekering, een van de auto zelf, een voor navigatie. Het gaat ook niet alleen om de bestuurder. De auto verzamelt ook een hoop gegevens over de omgeving. Een nieuwe Tesla heeft acht camera’s, die zien alles. Theoretisch gezien kun je met toegang tot de 1 procent van de auto’s de hele wereld al real time in kaart brengen.’
Zijn vorige auto, een Tesla, kon hij nog maandenlang op afstand volgen. ‘Ik hoorde zelfs van mensen dat ze hun auto nog 2,5 jaar konden volgen. Dan kun je gewoon naar die locatie toe gaan en je oude auto stelen. Of je kunt midden in de nacht claxonneren of tijdens het rijden een keer het dak open zetten. Dat is potentieel gevaarlijk.’
De Autoriteit Persoonsgegevens waarschuwde begin dit jaar over de datahonger van ‘connected’ auto’s. Veel auto’s sturen om de paar minuten je locatie door naar de fabrikant die jou dan dus continu kan volgen.
Om bestuurders te helpen publiceerde De Autoriteit een handleiding met tips om de instellingen aan te passen, en om fabrikanten of leasemaatschappijen expliciet te vragen welke gegevens ze verzamelden.
De vragen over autodata reiken veel verder dan alleen de privacykwestie. Door de toenemende informatisering in de auto, kun je je afvragen of we straks als mensen nog echt in control zijn. Je kunt auto’s op afstand laten remmen, of naar links bijsturen. Hackers kunnen inbreken in de systemen. Stel dat je ineens kan zien waar een minister rijdt? Het gaat dus niet alleen over privacy en datalekken, het ligt breder. Het gaat ook over zeggenschap, over economische belangen, over verkeersmanagement, veiligheid en terrorisme.
Privacy by designs
er een oplossing? Volgens de European Data Protection Board, de Europese privacybewaker, moet er een ‘delete-knop’ op het dashboard komen. Bijna alle gegevens die auto’s opslaan, zouden volgens de organisatie als privacygevoelig moeten worden aangemerkt. Uit die redenering volgt dat een autobestuurder altijd moet weten welke data worden verzameld en waarvoor, en dat elke chauffeur die data op elk moment kan wissen.
De Autoriteit Persoonsgegevens sluit zich aan bij het voorstel van de delete-knop, maar ziet tegelijkertijd wel wat in een data-dieet voor autofabrikanten.
Gepubliceerd in de De Groene Amsterdammer.