Box 3 in 2021
Wijziging grondslag en tarief
Met de Wet aanpassing box 3 gaat het heffingsvrije vermogen van 30.846 euro naar 50.000 euro per belastingplichtige, wat neerkomt op 100.000 euro voor partners (2020: 61.692 euro). Daarnaast worden de schijfgrenzen aangepast: de tweede schijf begint bij 100.000 euro vermogen en derde schijf bij 1.000.000 euro vermogen.
Het tarief wordt verhoogd van 30 procent naar 31 procent. Verder gaan de forfaitaire rendementen voor sparen omlaag naar 0,03 procent (2020: 0,07 procent) en voor beleggen omhoog naar 5,69 procent (2020: 5,28 procent). Deze forfaitaire rendementen worden jaarlijks geïndexeerd aan de hand van werkelijke rendementen in de periode van juli 2019 tot en met juni 2020.
(Geen) doorwerking naar vermogens- en inkomensafhankelijke regelingen
Voor de toepassing van de zorgtoeslag, het kindgebonden budget, de kinderopvangtoeslag en de eigen bijdrage in het kader van de Wet langdurige zorg, blijft nog steeds het huidige (geïndexeerde) drempelvermogen gelden (voor 2021: 31.430 euro). De aanpassing in box 3 werkt in zoverre dus niet door naar de vermogenstoets in deze regelingen. De aanpassing werkt wel door in de inkomenstoets via het verzamelinkomen, dat daardoor lager uitvalt. Dat is doorgaans gunstig omdat een lager verzamelinkomen eerder recht geeft op onder andere toeslagen en het kindgebonden budget.
Geen belasting in box 3, maar nog wel aangifte
Mensen met een vermogen van meer dan 31.430 euro moeten straks nog steeds box 3 aangeven in de aangifte inkomstenbelasting, ook als zij geen belasting meer hoeven te betalen vanwege het verhoogde heffingvrije vermogen. De Belastingdienst geeft deze informatie namelijk door aan andere overheidsinstanties. De inspecteur zal het bedrag waarmee de rendementsgrondslag de drempel van 31.340 euro overschrijdt bij beschikking vaststellen op de belastingaanslag.
Wat betekent dit voor u?
In vergelijking met 2020 gaat de box 3-heffing in 2021 voor vermogens tot 142.500 euro omlaag. Als uw box 3-vermogen hoger is dan 142.500 euro, dan gaat uw box 3-heffing in 2021 omhoog.
Vermogens tot 220.000 euro gaan erop vooruitgaan. Daarbij wordt de vergelijking echter niet gemaakt met de box 3-heffing in 2020, maar met een ongewijzigd beleid in 2021 op basis waarvan de cijfers zouden worden geïndexeerd. In ieder geval komt de aanpassing per 2021 een groot deel van de spaarders en kleine beleggers op korte termijn tegemoet.
Toekomst: hervorming van box 3
Nog geen belasting van reële rendementen
Hoewel het belasten van het reële rendement het uiteindelijke doel blijft, is een belasting van het reële rendement volgens Vijlbrief, de huidige staatssecretaris van Financiën, op dit moment niet uitvoerbaar. De Belastingdienst zou precieze rendementen uit investeringen namelijk niet kunnen nagaan en dus ook niet belasten.