Veel verenigingen onbekend met nieuwe wet over aansprakelijkheid

60 procent van de besturen van stichtingen en verenigingen is niet op de hoogte van een nieuwe wet over aansprakelijkheid. Daardoor lopen individuele bestuursleden een risico, onder wie veel vrijwilligers.

Dat komt naar voren uit een onderzoek dat is gehouden op initiatief van IVBB, de brancheorganisatie voor verenigingen en DNA, een instantie die helpt bij professionalisering van verenigingen en aanverwante instanties. Ruim 26.000 bestuursleden van verenigingen en stichtingen hebben meegewerkt aan het onderzoek.

Alle besturen van verenigingen en stichtingen moeten op 1 juli dit jaar voldoen aan de nieuwe Wet Bestuur en Toezicht Rechtspersonen (WBTR). Die is bedoeld om het bestuur en toezicht van onder meer verenigingen en stichtingen te verbeteren.

Met de WBTR worden bestuur en toezicht in het Burgerlijk Wetboek bij verenigingen, stichtingen, coöperaties en onderlinge waarborgmaatschappijen (OWM) beter in overeenstemming gebracht met die van bv’s en nv’s. De overheid wil met de wet voorkomen dat wanbestuur, onverantwoordelijk financieel beheer, zelfverrijking, misbruik van posities en andere ongewenste activiteiten verenigingen en stichtingen schaden. De wet gaat dat tegen door vastlegging van procedures en verantwoordelijkheden voor te schrijven.

Zo biedt de WBTR voor stichtingen en verenigingen een wettelijke grondslag voor invoering van een toezichthoudend orgaan, ofwel door instelling van een raad van commissarissen (dualistisch), ofwel door instelling van een one tier board (monistisch). Een wettelijke grondslag voor de raad van commissarissen bestond al voor de bv, nv, coöperatie en de OWM maar ontbrak nog voor de stichting en vereniging.

Voor de vereniging, stichting, de coöperatie en de OWM komt ook meer duidelijkheid over de uitgangspunten die bestuurders en commissarissen bij de vervulling van hun taak in acht moeten nemen en over de positie van bestuurders en commissarissen met een tegenstrijdig belang. Verder worden de gronden voor ontslag door de rechter van een stichtingsbestuurder uitgebreid.

Voor alleen de bv en nv ziet de WBTR op een harmonisering van de regelingen voor belet (tijdelijke afwezigheid) en ontstentenis (vacature). Voor deze nieuwe regels is geen overgangsrecht getroffen en gaan onmiddellijk in op 1 juli.

Bestuurdersaansprakelijkheid

Daarnaast gelden er vanaf de ingangsdatum nieuwe aansprakelijkheidsregels voor bestuurders en commissarissen van stichtingen en verenigingen die vennootschapsbelastingplichtig zijn en een jaarrekeningplicht hebben. Wanneer er niet is voldaan aan de administratieplicht of wanneer de jaarrekening niet tijdig is gepubliceerd, kunnen bestuurders ‘kennelijk onbehoorlijk bestuur’ worden verweten en hoofdelijk aansprakelijk worden gesteld.

Deze regels gelden dus niet voor bestuurders en commissarissen van niet-commerciële verenigingen en stichtingen. Dit betekent overigens niet dat deze niet aansprakelijk kunnen zijn in faillissement, maar dan ligt de bewijslast bij de curator.

Meer dan voorheen is aansprakelijkheid een aandachtspunt. Het maakt daarbij niet uit of bestuursleden betaald krijgen of vrijwilliger zijn. De wet maakt ook geen onderscheid naar grootte of soort van vereniging of stichting. Niet alleen professionele landelijke organisaties, maar ook alle plaatselijke sport-, cultuur- en hobbyverenigingen hebben er daarom mee te maken.

Op de vraag aan bestuursleden of zij de WBTR kenden, antwoordde 60 procent nog nooit van de wet te hebben gehoord. Van de 40 procent die er wel wat van weet, hebben de meesten (65 procent) nog geen idee hoe ze er invulling aan gaan geven. aldus het onderzoek

DNA en IVBB laten weten dat ze geschrokken zijn van de resultaten van het onderzoek. Beide instanties wijzen erop dat er in Nederland 132.000 verenigingen en 143.000 stichtingen met een bestuur zijn. 95 procent van al die besturen bestaat volledig uit vrijwilligers. “Over minder dan drie weken moeten bestuurders de wet kennen om er naar te kunnen handelen”, aldus DNA en IVBB. “Daarom moeten interne procedures op orde, besproken en intern vastgelegd zijn. Dat is nodig om aan de wet te voldoen. Zo wordt voorkomen dat bestuursleden onnodige risico’s lopen op persoonlijke aansprakelijkheid.”

Stappenplan

Een aantal koepels hebben een stappenplan ontwikkeld waarmee de stichtingen en verenigingen kunnen bepalen in hoeverre ze iets moeten doen met de nieuwe wet. Dit stappenplan staat op de website wbtr.nl.


Leave a Reply

Fill in your details below or click an icon to log in:

WordPress.com Logo

You are commenting using your WordPress.com account. Log Out /  Change )

Twitter picture

You are commenting using your Twitter account. Log Out /  Change )

Facebook photo

You are commenting using your Facebook account. Log Out /  Change )

Connecting to %s